Wat is een verpandingsverbod?
Als je als bedrijf een product of een dienst hebt geleverd en daarvoor aan je opdrachtgever een factuur stuurt, is dat een redelijk harde vordering; je hebt werk geleverd en je bent samen overeengekomen dat je opdrachtgever daarvoor een prijs betaalt. Deze opdrachtgever wordt zodra jij de factuur verstuurt, dan jouw debiteur.
Banken en andere geldverstrekkers nemen bij jouw financieringsaanvraag bepaalde debiteuren mee in hun beoordeling. Dat wil zeggen dat zij jou een financiering willen verstrekken omdat ze weten dat je in de komende maand of maanden nog geld ontvangt. Dat geeft een financier zekerheid.
Er zijn echter een aantal grote bedrijven die in hun algemene voorwaarden hebben opgenomen dat als jij een factuur naar ze stuurt, zij nooit willen dat deze verpand wordt. Zij willen op voorhand voorkomen dat jouw financier bij hen geld komt ophalen mocht dat nodig zijn. Deze partijen hanteren dus een zogenaamd verpandingsverbod.
Wat houdt het voorstel van Minister Dekkers in?
Bedrijven die een verpandingsverbod hanteren, beperken hun klant in het verkrijgen van een financiering. ‘Juist in deze economisch onzekere tijden is verruiming van kredietmogelijkheden en de liquiditeitspositie van groot belang voor veel mkb-bedrijven’, zegt de minister. Met het wetsvoorstel wil minister Dekker een einde maken aan het verpandingsverbod. Daarmee wordt het voor bedrijven onmogelijk om in hun algemene voorwaarden en contracten op te nemen dat hun openstaande facturen niet verpand mogen worden.
Wat betekent dit in de praktijk?
Een einde van het verpandingsverbod betekent dat bedrijven meer financieringsmogelijkheden hebben en daardoor kunnen groeien of innoveren. Daarnaast wordt de concurrentiepositie van Nederlandse mkb-ondernemers verbeterd, aldus de minister. In sommige andere Europese landen kunnen ondernemers hun vorderingen namelijk wel gebruiken als onderpand voor een financiering.